Traducciones de „afweging“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈab·we·gig [ˈapveːgɪç] ADJ.

1. abwegig (unsinnig):

abwegig

verkeerd

abwegig

onjuist

2. abwegig (merkwürdig):

abwegig

eigenaardig

abwegig

merkwaardig

ˈAn·be·ginn SUST. m kein pl. elev.

Anbeginn

begin nt

Anbeginn

aanvang

seit Anbeginn

van de aanvang af

ˈJog·ging <Joggings> [ˈʤɔɡɪŋ] SUST. nt

Jogging

jogging

Jogging

het joggen

Be·ˈginn <Beginn(e)s> [bəˈgɪn] SUST. m kein pl.

Beginn

begin nt

Beginn

aanvang

am/bei [o. zu ] Beginn

bij [o. aan] het begin

mit Beginn

bij [o. met] de aanvang

von Beginn an

van het begin af aan

ge·ˈring [gəˈrɪŋ] ADJ.

1. gering (unerheblich, unbedeutend):

gering

gering

gering

weinig

gering

klein

kein Geringerer als er

niem minder dan hij

in gering(er)em Grade

in mindere mate

nicht im Geringsten

niet in het minst

nicht im Geringsten

helemaal niet

nicht die geringste Lust

niet de minste zin [o. lust]

nicht das Geringste tun

helemaal niets doen

nicht das Geringste tun

geen klap doen [o. uitvoeren]

2. gering (niedrig):

gering

laag

gering

gering

jdn gering schätzen/achten

iem minachten/geringschatten

ˈHe·ring <Herings, Heringe> [ˈheːrɪŋ] SUST. m

1. Hering (Fisch):

Hering

haring

2. Hering coloq. fig. (Zeltpflock):

Hering

lange slungel

ˈRe·ling <Reling, Relinge[o. Relings] > [ˈreːlɪŋ] SUST. f meist sing.

Reling

reling

Reling

verschansing

ˈBow·ling <Bowlings, Bowlings> [-lɪŋ] SUST. nt

Bowling

bowling

ˈEhe·ring SUST. m

Ehering

trouwring

ˈMee·ting <Meetings, Meetings> [ˈmiːtɪŋ] SUST. nt

Meeting

meeting

Meeting

openbare bijeenkomst

Meeting

(sportieve) manifestatie