Traducciones de „vlinderdas“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

vlin·der·slag [vlɪndərslɑx] SUST. m geen pl.

vlinderslag

Delfinschwimmen nt

100 meter vlinderslag

100 Meter Delfin

vlin·der <vlinder|s> [vlɪndər] SUST. m

vlinder

Schmetterling m

vlinder

Falter m

ik heb vlinders in mijn buik fig. (verliefdheid)

ich habe Schmetterlinge im Bauch

in·der·daad [ɪndərdat] ADV.

inderdaad

tatsächlich

inderdaad

in der Tat

inderdaad

wirklich

inderdaad

allerdings

dat is inderdaad het geval

das ist tatsächlich der Fall

dat was inderdaad dom van mij

das war wirklich dumm von mir

inderdaad, ik ken zulke mensen

in der Tat, ich kenne solche Leute

geloof je dat nu werkelijk? Inderdaad!

glaubst du das nun wirklich? Allerdings!

on·der·dak [ɔndərdɑk] SUST. nt geen pl.

onderdak

Unterkunft f

don·der·dag <donderdag|en> [dɔndərdɑx] SUST. m

donderdag

Donnerstag m

op donderdag

am Donnerstag

Witte Donderdag

Gründonnerstag m

's donderdags

donnerstags

ci·lin·der·vlak <cilindervlak|ken> [silɪndərvlɑk] SUST. nt

cilindervlak

Zylindermantel m

vlin·der·strik·je <vlinderstrikje|s> [vlɪndərstrɪkjə] SUST. nt

vlinderstrikje

Fliege f

on·der·daan <onder|danen> [ɔndərdan] SUST. m

onderdaan

Untertan m

ci·lin·der <cilinder|s> [silɪndər] SUST. m

cilinder

Zylinder m

ci·lin·der·blok <cilinderblok|ken> [silɪndərblɔk] SUST. nt

cilinderblok

Zylinderblock m

Moe·der·dag [mudərdɑx] SUST. m geen pl.

Moederdag

Muttertag m

vlier <vlier|en> [vlir] SUST. m

vlier

Holunder m

vlies <vliezen> [vlis] SUST. nt

1. vlies (dun laagje op een vloeistof):

vlies

Haut f

vlies

Film m

2. vlies biol.:

vlies

Haut f

vlies

Membran f

het breken van de vliezen med.

der Blasensprung

3. vlies (schapenvacht):

vlies

Vlies nt

de orde van het Gulden Vlies

der Orden vom Goldenen Vlies

4. vlies (vel om vruchten, zaden):

vlies

Haut f

vlies

Häutchen nt

un·der·dog <underdog|s> [ʏndərdɔɡ] SUST. m

underdog

Unterlegene(r) m

underdog soc.

Underdog m

het team startte in de rol van underdog

die Mannschaft startete als Außenseiter

vlie·den <vlood, i. gevloden> [vlidə(n)] V. intr. (vluchten)

vlieden

fliehen vor +dat.

vlieden

entrinnen form.

voor iem vlieden

jdm zu entrinnen suchen