neerlandés » alemán

Traducciones de „trein“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados
trein
sustantivo
D-trein
sustantivo

trein <trein|en> [trɛin] SUST. m

2. trein (spoortreinen als vervoermiddel):

trein
Zug m
trein
Bahn f
trein
Eisenbahn f
per trein reizen
mit der Bahn fahren [o. reisen]

D-trein <D-trein|en> [detrɛin] SUST. m

Ejemplos de uso para trein

onder een trein raken
unter einen Zug geraten
met de trein gaan
mit dem Zug fahren
de trein denderde voorbij
der Zug donnerte vorbei
wanneer komt de trein?
wann kommt der Zug?
met de trein verzenden
per [o. mit der] Bahn verschicken
de trein halen
den Zug erreichen
de corresponderende trein
der Anschlusszug
een vertraagde trein
ein verspäteter Zug
een trein aankondigen
einen Zug ansagen
de trein missen
den Zug verpassen
de trein halen/missen
den Zug erreichen/verpassen
de vroege trein
der Frühzug
per trein reizen
mit der Bahn fahren [o. reisen]
hoe laat gaat de trein?
wann fährt der Zug?
in een rijdende trein springen
auf einen fahrenden Zug springen
de trein rijdt tot Amsterdam
der Zug fährt bis (nach) Amsterdam
de trein van acht uur
der Achtuhrzug
iem van de trein halen
jdn von der Bahn abholen
iem van de trein afhalen
jdn vom Zug abholen
dat loopt als een trein fig.
das läuft ja wie am Schnürchen

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares