neerlandés » alemán

Traducciones de „scheppen“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

schep·pen2 <schepte, h. geschept> [sxɛpə(n)] V. trans.

2. scheppen (tot zich nemen):

scheppen

3. scheppen (zich verwerven):

scheppen
genoegen/behagen in iets scheppen
moed scheppen

4. scheppen (opnemen en verplaatsen, opvangen):

een voetganger scheppen coloq.

5. scheppen (papier):

scheppen

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski