neerlandés » alemán

Traducciones de „hield“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

hield V.

hield 3. pers. sing. imperf. van houden¹, houden², houden³

Véase también: houden , houden , houden

hou·den3 <hield, h. gehouden> [hɑudə(n)] V. trans.

hou·den2 <hield zich, h. zich gehouden> [hɑudə(n)] V. wk ww zich houden

1. houden (niet afwijken van) + aan:

houden
sich halten an +acus.
zich aan zijn woord houden
sich an sein Wort halten

2. houden (blijven):

houden
halten
zich goed houden
sich gut halten
houd je taai!
halt die Ohren steif! coloq.

3. houden (schijn aannemen):

houden
stellen
zich doof/ziek houden
sich taub/krank stellen

hou·den1 <hield, h. gehouden> [hɑudə(n)] V. intr.

2. houden (niet loslaten; het niet begeven):

houden
halten
het ijs houdt nog niet
das Eis hält noch nicht
deze knoop houdt niet
dieser Knopf hält nicht

Ejemplos de uso para hield

ze hield maar aan
sie ließ nicht locker
ik hield mijn hart vast fig.
ich befürchtete das Schlimmste
zij hield 300 euro schoon over
ihr blieben 300 Euro netto
ze hield er steeds rekening mee
sie rechnete jederzeit damit
zij hield het pak stijf vast
sie hielt das Paket fest in den Händen
de leraar hield de hele klas na
der Lehrer ließ die ganze Klasse nachsitzen
de muur hield stand ondanks de beschietingen
die Mauer hielt der Beschießung stand
ze hield aan dat ik het moest doen
sie bestand darauf, dass ich es tun sollte
die speler hield goed stand in de wedstrijd
der Spieler hatte sich im Wettkampf gut geschlagen

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares