Traducciones de „hinhaut“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈhin·hau·en¹ V. intr. irreg.

1. hinhauen (zuschlagen):

hinhauen

slaan

hinhauen

hakken

hinhauen

houwen

2. hinhauen coloq. (sich hinflegeln):

hinhauen

neervallen

hinhauen

neersmakken

der Länge nach hinhauen

in de lengte [o. languit] neervallen

3. hinhauen coloq.:

hinhauen (gut gehen)

(ge)lukken

hinhauen (gut gehen)

kloppen

hinhauen (ausreichen)

oké zijn

die Sache wird schon hinhauen

het zal wel lukken

4. hinhauen coloq. (einschlagen):

hinhauen

een succes zijn

hinhauen

aanslaan

das haut hin!

dat zet zoden aan de dijk!

ˈhin·hau·en² V. trans. irreg.

1. hinhauen (schlampig erledigen):

hinhauen

neerslaan

2. hinhauen (schlagen, klapsen):

hinhauen

neerkwakken

3. hinhauen coloq. (ein Schriftstück schlampig erledigen):

hinhauen

neerpennen

ein Porträt hinhauen

vlug een portret tekenen

4. hinhauen fig. (verängstigen, drohen):

hinhauen

van de wijs brengen

hinhauen

overdonderen

ˈhin·hau·en³ V. v. refl. irreg.

1. hinhauen coloq. (schlafen):

hinhauen

gaan liggen

hinhauen

gaan maffen [o. pitten]

2. hinhauen coloq. (sich fallen lassen):

hinhauen

zich (op de grond) laten vallen

Ejemplos de uso para hinhaut

wo er hinhaut, da wächst kein Gras mehr!

als hij toeslaat, is het raak!