neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: storing , storting , storen , stompzinnig , stormachtig y/e stortbui

stor·ting <storting|en> [stɔrtɪŋ] SUST. f

1. storting (het afdragen van geld):

storting
Einzahlung f
het bewijs van storting
der Einzahlungsbeleg

2. storting (neerwerpen: zand, afval enz.):

storting
Schütten nt
storting
Kippen nt

sto·ring <storing|en> [storɪŋ] SUST. f

stort·bui <stortbui|en> [stɔrdbœy] SUST. f

storm·ach·tig <stormachtige, stormachtiger, stormachtigst> [stɔrmɑxtəx] ADJ. ook fig.

stomp·zin·nig <stompzinnige, stompzinniger, stompzinnigst> [stɔmpsɪnəx] ADJ.

sto·ren2 <stoorde zich, h. zich gestoord> [storə(n)] V. wk ww zich storen

1. storen (met ‘aan’; zich ergeren aan):

storen
sich stören an +dat.
storen
Anstoß nehmen an +dat.
ik stoor mij aan zijn gedrag
ich störe mich an seinem Benehmen

2. storen (zich niet bekommeren om; steeds met negatie):

storen
sich nicht kümmern [o. scheren] um +acus.
zich niet aan een verbod storen
sich um ein Verbot nicht scheren

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares