Traducciones de „schakel“ en el diccionario neerlandés » alemán

scha·kel <schakel|s> [sxakəl] SUST. f

1. schakel (deel van een ketting):

schakel

Glied nt

schakel

Kettenglied nt

2. schakel fig.:

schakel

Zwischenglied nt

schakel

Bindeglied nt

een belangrijke schakel

ein wichtiges Bindeglied

de zwakste schakel in de bewijsvoering

das schwächste Glied in der Beweiskette

de ontbrekende schakel

das fehlende Zwischenglied

Ejemplos de uso para schakel

een belangrijke schakel

ein wichtiges Bindeglied

de ontbrekende schakel

das fehlende Zwischenglied

de zwakste schakel in de bewijsvoering

das schwächste Glied in der Beweiskette