Traducciones de „regeren“ en el diccionario neerlandés » alemán

re·ge·ren¹ <regeerde, h. geregeerd> [rəɣerə(n)] V. trans.

regeren

regieren

welke voorzetsels regeren de vierde naamval? taalk.

welche Präpositionen regieren den vierten Fall?

re·ge·ren² <regeerde, h. geregeerd> [rəɣerə(n)] V. intr.

regeren

regieren

in [o. over ] een land regeren

in einem Land regieren

Ejemplos de uso para regeren

met ijzeren vuist regeren

mit eiserner Faust regieren

met krachtige hand regeren fig.

mit starker Hand regieren

in [o. over ] een land regeren

in einem Land regieren

welke voorzetsels regeren de vierde naamval? taalk.

welche Präpositionen regieren den vierten Fall?