Traducciones de „passagier“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

pas·sa·gier [pɑsaʒir]

passagier

Passagier m

passagier (schip, trein ook)

Fahrgast m

passagier (vlucht ook)

Fluggast m

Traducciones de „passagier“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Pas·sa·ˈgier <Passagiers, Passagiere> [pasaˈʒiːɐ̯] SUST. m

Passagier

passagier

Ejemplos de uso para passagier

een blinde passagier

ein blinder Passagier

een passagier bij de halte afzetten

einen Fahrgast bei der Haltestelle absetzen