neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: keukenplank , boekenplank , klokken , samenklank , klokkijken , klokkenspel , klokkentoren y/e klokkenluider

boe·ken·plank <boekenplank|en> [bukə(n)plɑŋk] SUST. f

keu·ken·plank <keukenplank|en> [køkə(n)plɑŋk] SUST. f

klok·ken·to·ren <klokkentoren|s> [klɔkə(n)torə(n)] SUST. m

klok·ken·spel <klokkenspel|len> [klɔkə(n)spɛl] SUST. nt

1. klokkenspel muz.:

2. klokkenspel hum. (geslachtsdelen):

edle(n) Teile pl.

klok·kij·ken [klɔkɛikə(n)] V. alleen inf. geen pl.

sa·men·klank [samə(n)klɑŋk] SUST. m geen pl.

2. samenklank (het gelijktijdig klinken):

klok·ken3 <klokte, h. geklokt> [klɔkə(n)] V. intr. (de tijd opnemen)

klok·ken·lui·der <klokkenluider|s> [klɔkə(n)lœydər] SUST. m

1. klokkenluider (luider van een torenklok):

2. klokkenluider (persoon die misstanden naar buiten brengt):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski