Traducciones de „huwelijkszwendelaarster“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

hu·we·lijks·be·lof·te <huwelijksbelofte|n> [hywələksbəlɔftə] SUST. f

huwelijksbelofte

Eheversprechen nt

hu·we·lijks·feest <huwelijksfeest|en> [hywələksfest] SUST. nt

huwelijksfeest

Hochzeitsfest nt

huwelijksfeest

Hochzeitsfeier f

boek·han·de·laar·ster SUST. f

boekhandelaarster forma femenina de boekhandelaar

Véase también: boekhandelaar

boek·han·de·laar <boekhandelaar|s, boekhande|laren> [bukhɑndəlar] SUST. m

boekhandelaar

Buchhändler m

kunst·han·de·laar·ster SUST. f

kunsthandelaarster forma femenina de kunsthandelaar

Véase también: kunsthandelaar

kunst·han·de·laar <kunsthandelaar|s> [kʏnsthɑndəlar] SUST. m

kunsthandelaar

Kunsthändler m

hu·we·lijks·aan·zoek <huwelijksaanzoek|en> [hywələksanzuk] SUST. nt

huwelijksaanzoek

Heiratsantrag m

wan·de·laar·ster <wandelaarster|s> [wɑndəlarstər] SUST. f

wandelaarster forma femenina de wandelaar

Véase también: wandelaar

wan·de·laar <wandelaar|s> [wɑndəlar] SUST. m

wandelaar

Spaziergänger m

wandelaar (op trektocht)

Wanderer m

han·de·laar·ster SUST. f

handelaarster forma femenina de handelaar

Véase también: handelaar

han·de·laar <handelaar|s, hande|laren> [hɑndəlar] SUST. m

handelaar

Händler m

handelaar

Kaufmann m

handelaar

Kauffrau f

on·der·han·de·laar·ster SUST. f

onderhandelaarster forma femenina de onderhandelaar

Véase también: onderhandelaar

on·der·han·de·laar <onderhandelaar|s, onderhande|laren> [ɔndərhɑndəlar] SUST. m

onderhandelaar

Unterhändler m

be·mid·de·laar·ster <bemiddelaarster|s> [bəmɪdəlarstər] SUST. f

bemiddelaarster forma femenina de bemiddelaar

Véase también: bemiddelaar

be·mid·de·laar <bemiddelaar|s> [bəmɪdəlar] SUST. m

bemiddelaar

Vermittler m

bemiddelaar

Mittelsmann m

bemiddelaar

Mittelsperson f

bemiddelaar (in conflict)

Schlichter m

gij·ze·laar·ster SUST. f

gijzelaarster forma femenina de gijzelaar

Véase también: gijzelaar

gij·ze·laar <gijzelaar|s> [ɣɛizəlar] SUST. m

1. gijzelaar (gegijzelde):

gijzelaar

Geisel f

2. gijzelaar (gijzelhouder):

gijzelaar

Geiselnehmer m

hen·ge·laar·ster SUST. f

hengelaarster forma femenina de hengelaar

Véase también: hengelaar

hen·ge·laar <hengelaar|s> [hɛŋəlar] SUST. m (visser)

hengelaar

Angler m