Traducciones de „früheren“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

frus·tre·ren <frustreerde, h. gefrustreerd> [frʏstrerə(n)] V. trans.

1. frustreren (teleurstellen, ontzeggen):

frustreren

frustrieren

dat werkt frustrerend

das frustriert

2. frustreren (dwarsbomen, verijdelen):

frustreren

vereiteln

frustreren

behindern

af·sche·ren <schoor af, h. afgeschoren> [ɑfsxerə(n)] V. trans.

afscheren (baard)

abrasieren

afscheren (schapen, wol)

abscheren

mar·che·ren <marcheerde, h./i. gemarcheerd> [mɑrʃerə(n)] V. intr.

marcheren

marschieren

beginnen te marcheren

losmarschieren

tou·che·ren <toucheerde, h. getoucheerd> [tuʃerə(n)] V. trans.

1. toucheren med. (inwendig onderzoeken):

toucheren

touchieren espec.

2. toucheren (in ontvangst nemen):

toucheren

erhalten

toucheren

empfangen

3. toucheren DEP.:

toucheren

touchieren

af·mar·che·ren <marcheerde af, i. afgemarcheerd> [ɑfmɑrʃerə(n)] V. intr.

afmarcheren

abmarschieren

afmarcheren

abrücken

afmarcheren

abziehen

po·che·ren <pocheerde, h. gepocheerd> [pɔʃerə(n)] V. trans.

pocheren

pochieren