Traducciones de „dominee“ en el diccionario neerlandés » alemán

do·mi·nee <dominee|s> [domine] SUST. m

dominee

Pfarrer m

dominee (vooral in Noord-Duitsland)

Pastor m

daar gaat de (een) dominee voorbij fig.

es geht ein Engel durchs Zimmer coloq.

Ejemplos de uso para dominee

daar gaat de (een) dominee voorbij fig.

es geht ein Engel durchs Zimmer coloq.

zondag a.s. zal de nieuwe dominee zijn intrede doen

nächsten Sonntag wird der neue Pfarrer sein Amt antreten