Traducciones de „Krankenlager“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

aan·kla·ger <aanklager|s> [aŋklaɣər] SUST. m

aanklager

Ankläger m

aanklager

Kläger m

de openbare aanklager

der Staatsanwalt

de openbare aanklager (collectief)

die Staatsanwaltschaft

pau·ken·sla·ger SUST. m

paukenslager → paukenist

Véase también: paukenist

pau·ke·nist <paukenist|en> [pɑukənɪst] SUST. m

paukenist

Paukist m

paukenist

Pauker m

paukenist

Paukenschläger m

kran·ten·be·zor·ger <krantenbezorger|s> [krɑntə(n)bəzɔrɣər] SUST. m

krantenbezorger

Zeitungsausträger m

krank·zin·ni·ge <krankzinnige|n> [krɑŋksɪnəɣə] SUST. m en f

krankzinnige

Wahnsinnige(r) f(m)

krankzinnige

Irrsinnige(r) f(m)

krankzinnige

Irre(r) f(m)

krankzinnige

Geisteskranke(r) f(m)

ko·gel·la·ger <kogellager|s> [koɣəlaɣər] SUST. nt

kogellager

Kugellager nt

pauk·sla·ger SUST. m

paukslager → paukenist

Véase también: paukenist

pau·ke·nist <paukenist|en> [pɑukənɪst] SUST. m

paukenist

Paukist m

paukenist

Pauker m

paukenist

Paukenschläger m

dron·ken·lap <dronkenlap|pen> [drɔŋkə(n)lɑp] SUST. m

dronkenlap

Trunkenbold m

trom·mel·sla·ger SUST. m

trommelslager → trommelaar

Véase también: trommelaar

trom·me·laar <trommelaar|s> [trɔməlar] SUST. m

trommelaar

Trommler m

trommelaar

Trommelschläger m

krank·zin·nig <krankzinnige, krankzinniger, krankzinnigst> [krɑŋksɪnəx] ADJ.

1. krankzinnig (geestesziek):

krankzinnig

geisteskrank

krankzinnig

irrsinnig

krankzinnig

wahnsinnig

iem krankzinnig verklaren

jdn für geisteskrank erklären

2. krankzinnig (onzinnig):

krankzinnig

wahnsinnig

krankzinnig

irrsinnig

kran·ten·kop <krantenkop|pen> [krɑntə(n)kɔp] SUST. m

krantenkop

Schlagzeile f

vette krantenkoppen

fette Schlagzeilen pl.

kran·ten·ki·osk <krantenkiosk|en> [krɑntə(n)kijɔsk] SUST. f

krantenkiosk

Zeitungskiosk m

krantenkiosk

Zeitungsstand m

kran·ten·wijk <krantenwijk|en> [krɑntə(n)wɛik] SUST. f

een krantenwijk hebben

Zeitungen austragen

kran·ten·ar·ti·kel <krantenartikel|en, krantenartikel|s> [krɑntə(n)ɑrtikəl] SUST. nt

krantenartikel

Zeitungsartikel m

krantenartikel (verslag)

Zeitungsbericht m

kran·ten·knip·sel <krantenknipsel|s> [krɑntə(n)knɪpsəl] SUST. nt

krantenknipsel

Zeitungsausschnitt m