Traducciones de „Hagenees“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

ha·gel·steen <hagel|stenen> [haɣəlsten] SUST. m

hagelsteen

Hagelkorn nt

Tai·wa·nees¹ <Taiwa|nezen> [tɑjwɑnes] SUST. m

Taiwanees

Taiwaner m

ha·gen·doorn SUST. m

hagendoorn → haagdoorn

Véase también: haagdoorn

haag·doorn <haagdoorn|s> [haɣdorn] SUST. m

haagdoorn (witbloeiend)

Weißdorn m

haagdoorn (roodbloeiend)

Rotdorn m

ha·gel·bui <hagelbui|en> [haɣəlbœy] SUST. f (regenbui met hagel)

hagelbui

Hagelschauer m

ha·gel·wit [haɣəlwɪt] ADJ.

hagelwit

strahlend weiß

hagelwit

schneeweiß

Am·bo·nees¹ <Ambonezen> [ɑmbones] SUST. m

Ambonees

Ambonese m

Ambonees

Südmolukker m

Li·ba·nees¹ <Liba|nezen> [libanes] SUST. m

Libanees

Libanese m

Al·ba·nees¹ <Alba|nezen> [ɑlbanes] SUST. m

Albanees

Albaner m

Mi·la·nees¹ <Mila|nezen> [milanes] SUST. f

Milanees

Mailänder m

pe·ki·nees <peki|nezen> [pekines] SUST. m

pekinees

Pekinese m

Su·da·nees¹ <Suda|nezen> [sudanes] SUST. m

Sudanees

Sudaner m

Sudanees

Sudanese m

on·ge·nees·lijk [ɔŋɣəneslək] ADJ.

ongeneeslijk

unheilbar

een ongeneeslijke leugenaar fig.

ein unverbesserlicher Lügner

ongeneeslijk ziek

unheilbar krank