Traducciones de „klerikalistisch“ en el diccionario alemán » neerlandés

ka·pi·ta·ˈlis·tisch [-ˈlɪstɪʃ] ADJ.

kapitalistisch

kapitalistisch

ka·ri·ka·tu·ˈris·tisch [-tuˈrɪstɪʃ] ADJ.

karikaturistisch

karikaturaal

re·a·ˈlis·tisch [-ˈlɪstɪʃ] ADJ.

realistisch

realistisch

realistisch

overeenkomstig de werkelijkheid

le·xi·ˈka·lisch [lɛksiˈkaːlɪʃ] ADJ. LING.

lexikalisch

lexicaal

kar·rie·ˈris·tisch [kari̯eˈrɪstɪʃ] ADJ.

karrieristisch

streberisch

karrieristisch

ambitieus

na·tu·ra·ˈlis·tisch [-ˈlɪstɪʃ] ADJ.

1. naturalistisch elev. (wirklichkeitsgetreu):

naturalistisch

natuurgetrouw

2. naturalistisch:

naturalistisch ARTE, LIT.

naturalistisch

ˈklein·städ·tisch ADJ.

1. kleinstädtisch (einer Kleinstadt entsprechend):

kleinstädtisch

kleinsteeds

2. kleinstädtisch (provinziell):

kleinstädtisch fig. pey.

bekrompen

kleinstädtisch fig. pey.

benepen

fe·mi·ˈnis·tisch [femiˈnɪstɪʃ] ADJ.

feministisch

feministisch

cha·rak·te·ˈris·tisch [karakteˈrɪstɪʃ] ADJ.

charakteristisch

karakteristiek

charakteristisch

kenmerkend

kle·ri·ˈkal [kleriˈkaːl] ADJ.

klerikal

klerikaal

so·ˈlis·tisch [zoˈlɪstɪʃ] ADJ.

solistisch

solistisch

solistisch

solo-

mu·si·ˈka·lisch [mʊziˈkaːlɪʃ] ADJ.

musikalisch

muzikaal

musikalische Darbietungen

muziekprogramma's [o. muziekuitvoeringen]

der musikalische Nachwuchs

de jonge musici

phy·si·ˈka·lisch [fyziˈkaːlɪʃ] ADJ.

1. physikalisch:

physikalisch

natuurkundig

physikalisch

natuurwetenschappelijk

2. physikalisch:

physikalisch

fysisch

ar·ˈtis·tisch [arˈtɪstɪʃ] ADJ. (überaus geschickt, Zirkuskunst betreffend)

artistisch

artistiek

eine artistische Begabung

een artistieke aanleg

lo·ˈgis·tisch [loˈgɪstɪʃ] ADJ.

logistisch FILOS., MILIT.

logistisch

za·ˈris·tisch [ ͜tsaˈrɪstɪʃ] ADJ.

zaristisch

tsaristisch

ego·ˈis·tisch [egoˈɪstɪʃ] ADJ.

egoistisch

egoïstisch

egoistisch

zelfzuchtig

ju·ˈris·tisch [juˈrɪstɪʃ] ADJ.

juristisch

juridisch

juristisch

rechtsgeleerd

juristisch

rechtskundig

de·fä·ˈtis·tisch [-ˈtɪstɪʃ] ADJ.

defätistisch

defaitistisch

pi·e·ˈtis·tisch [pi̯eˈtɪstɪʃ] ADJ. HIST.

pietistisch

piëtistisch