Traducciones de „M’n“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

man² [man] INTERJ. coloq. al. norte (nur (als Bekräftigung))

man

maar

na, denn man los!

nou, vooruit dan maar!

mein [m͜ain] PRON.

vergiss mein nicht

vergeet mij niet

Véase también: meiner

ˈmei·ner [ˈm͜ainɐ] PRON. pers

meiner

mijner

meiner

mij

erbarme dich meiner

ontferm u over mij

ˈamen [ˈaːmɛn, ˈaːmən] ADV.

amen

amen

amen

het zij zo

ˈAmen <Amens, Amen> [ˈaːmɛn, ˈaːmen] SUST. nt

Amen

amen nt

sein Amen (zu etw) geben

zijn fiat [o. goedkeuring] (aan iets) geven

so sicher wie das Amen in der Kirche sein coloq.

zo zeker zijn als tweemaal twee vier is

ˈOmen <Omens, Omen[o. Omina] > [ˈoːmən, ˈoːmina] SUST. nt elev.

Omen

omen nt

Omen

voorteken nt