neerlandés » alemán

Traducciones de „vergoedingen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ver·goe·ding: sustantivo
ver·goe·den: verbo
ver·goe·lij·ken: verbo
mee·din·gen: verbo
me·de·din·gen: verbo
ver·gel·ding: sustantivo
ver·gooi·en: verbo
ver·ge·noe·gen: verbo
ver·gif·ti·gen: verbo
ver·drin·gen: verbo
ver·wrin·gen: verbo
ver·ˈsprin·gen: verbo
ver·ge·ving: sustantivo
be·din·gen: verbo
ver·gok·ken: verbo
ver·gis·sing: sustantivo
ver·gro·ting: sustantivo
ver·gun·ning: sustantivo
ver·ga·de·ring: sustantivo
scha·de·ver·goe·ding: sustantivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: vergoeding , vergoelijken , vergoeden , vergeving , verspringen , verwringen , verdringen , vergiftigen , vergenoegen , vergooien , vergelding , mededingen , meedingen , vergadering , vergunning , vergroting , vergissing , vergokken , bedingen , vergrijzing , vergelijking , vergenoegd , afdingen y/e schadevergoeding

ver·goe·ding <vergoeding|en> [vərɣudɪŋ] SUST. f

1. vergoeding:

vergoeding (schadeloosstelling)

Entschädigung f

vergoeding (schade)

Ersatz m

vergoeding van geleden oorlogsschade

Kriegsentschädigung f

2. vergoeding (bedrag):

tegen een vergoeding van 20 euro

gegen eine Gebühr von 20 Euro

een vergoeding voor verblijfkosten

Vergütung der Aufenthaltskosten

ver·goe·den <vergoedde, h. vergoed> [vərɣudə(n)] V. trans.

1. vergoeden (terugbetalen):

onkosten vergoeden

Unkosten erstatten

iem de schade vergoeden

jdm den Schaden ersetzen

dat vergoedt veel

das macht vieles wieder gut

2. vergoeden:

vergoeden (als compensatie dienen voor: abstract)

vergoeden (als compensatie dienen voor: concreet)

3. vergoeden (als loon geven voor):

iem de gewerkte uren vergoeden

jdm die Arbeitsstunden vergüten

ver·goe·lij·ken <vergoelijkte, h. vergoelijkt> [vərɣuləkə(n)] V. trans.

vergoelijken

mee·din·gen <dong mee, h. meegedongen> [medɪŋə(n)] V. intr.

meedingen naar een prijs

um einen Preis konkurrieren

me·de·din·gen V. intr.

mededingen → meedingen

Véase también: meedingen

mee·din·gen <dong mee, h. meegedongen> [medɪŋə(n)] V. intr.

meedingen naar een prijs

um einen Preis konkurrieren

ver·gel·ding <vergelding|en> [vərɣɛldɪŋ] SUST. f

ver·gooi·en <vergooide, h. vergooid> [vərɣojə(n)] V. trans.

vergooien (verloren doen gaan)

vergooien (verkwisten)

zijn eer vergooien

seine Ehre verscherzen

zich vergooien

sich an jdn wegwerfen

ver·ge·noe·gen <vergenoegde, h. vergenoegd> [vɛrɣənuɣə(n)] V. trans.

1. vergenoegen (tevredenstellen, m.b.t. een ander):

vergenoegen

zufriedenstellen

vergenoegen

sich zufriedengeben

vergenoegen

zich vergenoegen met iets

sich mit etw begnügen

2. vergenoegen (genoegen doen):

vergenoegen

ver·gif·ti·gen <vergiftigde, h. vergiftigd> [vərɣɪftəɣə(n)] V. trans.

vergiftigen

iem/iets vergiftigen

jdn/etw vergiften

ver·drin·gen² <verdrong zich, h. zich verdrongen> [vərdrɪŋə(n)] V. wk ww

verdringen zich verdringen (elkaar van de plaats dringen):

de menigte verdrong zich voor de etalage

die Menge drängte sich vor dem Schaufenster

ver·wrin·gen <verwrong, h. verwrongen> [vərwrɪŋə(n)] V. trans.

een van pijn verwrongen gezicht

ein vor Schmerz verzerrtes Gesicht

ver·ˈsprin·gen¹ <versprong, i. versprongen> [vərsprɪŋə(n)] V. intr.

1. verspringen (springend van plaats veranderen):

verspringen

een regel verspringen

eine Zeile überspringen

2. verspringen (op een andere dag vallen):

verspringen

auf einen anderen Tag fallen

ver·ge·ving [vərɣevɪŋ] SUST. f geen pl.

1. vergeving (kwijtschelding):

vergeving rel.

iem vergeving schenken

iem om vergeving vragen (voor iets)

jdn (wegen etw) um Verzeihung bitten

de vergeving van de zonden

die Vergebung der Sünden

2. vergeving (het weggeven):

Vergabe f

be·din·gen <bedong, h. bedongen> [bədɪŋə(n)] V. trans.

die prijzen kan men niet bedingen

diese Preise kann man nicht verlangen

het bedongen loon

der vereinbarte Lohn

ver·gok·ken <vergokte, h. vergokt> [vərɣɔkə(n)] V. trans.

ver·gis·sing <vergissing|en> [vərɣɪsɪŋ] SUST. f

Irrtum m

vergissing (onoplettendheid)

Versehen nt

bij [o. per ] vergissing

irrtümlich(erweise)

bij [o. per ] vergissing

bij [o. per ] vergissing

er is een vergissing in het spel

es liegt ein Irrtum vor

een vergissing maken/herstellen

einen Irrtum begehen/berichtigen

ver·gro·ting <vergroting|en> [vərɣrotɪŋ] SUST. f

Vergrößerung f

de vergroting van de omzet

die Umsatzsteigerung

ver·gun·ning <vergunning|en> [vərɣʏnɪŋ] SUST. f

1. vergunning (toestemming):

2. vergunning:

vergunning (officiële machtiging)

vergunning (concessie)

een vergunning aanvragen

eine Genehmigung beantragen

iem een vergunning geven voor [o. tot] iets

jdm eine Genehmigung zu etw dat. erteilen

iems vergunning intrekken

jdm die Genehmigung entziehen

ver·ga·de·ring <vergadering|en> [vərɣadərɪŋ] SUST. f

1. vergadering (georganiseerde bijeenkomst):

vergadering

vergadering

Sitzung f

vergadering van aandeelhouders

Aktionärsversammlung f

vergadering achter gesloten deuren

Klausurtagung f

een vergadering beleggen/houden/leiden

eine Versammlung anberaumen/abhalten/leiten

gewone/buitengewone/algemene vergadering

ordentliche/außerordentliche Versammlung/Vollversammlung f

in vergadering bijeen zijn

auf einer Sitzung versammelt sein

vergadering van leraren

Lehrerkonferenz

de plenaire vergadering

2. vergadering (de vergaderde personen):

vergadering

scha·de·ver·goe·ding <schadevergoeding|en> [sxadəvərɣudɪŋ] SUST. f

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski