Traducciones de „niederen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

poe·de·ren <poederde, h. gepoederd> [pudərə(n)] V. trans.

1. poederen (met poeder bestrooien):

poederen

pudern

2. poederen (met sneeuw inwrijven):

poederen

einseifen

goe·de·ren [ɣudərə(n)] SUST. pl.

1. goederen:

goederen (artikelen, waren)

Güter pl.

goederen (goed)

Gut nt

de partij goederen econ.

der Warenposten pl.

2. goederen (bezittingen):

goederen

Güter pl.

aardse goederen

irdische Güter pl.

roerende en onroerende goederen

bewegliche und unbewegliche Güter pl.

roerende en onroerende goederen

Mobilien und Immobilien pl. espec.

voe·de·ren <voederde, h. gevoederd> [vudərə(n)] V. trans.

voederen

füttern

ie·der·een [idəren] PRON. indet. pron.

iedereen

jedermann

iedereen

jeder

iedereen

alle

iedereen een hand geven

jedem die Hand geben

iedereen kent er iedereen

jeder kennt jeden

ten aanschouwen van iedereen

in aller Öffentlichkeit

min·de·ren¹ <minderde, h./i. geminderd> [mɪndərə(n)] V. intr.

1. minderen (minder worden):

minderen

abnehmen

minderen

nachlassen

de pijn mindert

der Schmerz lässt nach

2. minderen (brei-, haakwerk):

minderen

abnehmen

zin·de·ren <zinderde, h. gezinderd> [zɪndərə(n)] V. intr.

zinderen

flimmern