Traducciones de „kaalscheren“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈkahl·sche·ren, ˈkahl sche·ren V. trans.

kahlscheren → kahl

Véase también: kahl

kahl [kaːl] ADJ.

1. kahl (ohne Kopfhaar):

kahl

kaal(hoofdig)

jdn kahl scheren

iem kaal knippen [o. scheren]

2. kahl (leer, ohne Blätter):

kahl

ontbladerd

etw kahl fressen

iets kaalvreten

3. kahl (ohne Bewuchs):

kahl

onbegroeid

kahl

kaal

kahl

naakt

einen Wald kahl schlagen

een bos helemaal vellen

4. kahl (ohne Verzierungen):

kahl

zonder bekleding of versiering

kahl

kaal

eine kahle Häuserflucht

een kale [o. troosteloze] huizenrij

ˈaus·sche·ren V. intr.

1. ausscheren:

ausscheren

de rij [o. file] [o. formatie] verlaten

ausscheren

uitwijken

zum Überholen ausscheren

naar links gaan om in te halen

2. ausscheren:

ausscheren

van zijn spoor afwijken

ein Wagen schert bei Glätte aus

een wagen wijkt bij gladheid van zijn spoor af

3. ausscheren fig.:

ausscheren

zijn eigen weg gaan

aus der Regierung ausscheren

de regering verlaten

be·ˈsche·ren V. trans.

1. bescheren (einbringen):

bescheren

bezorgen

bescheren

opleveren

2. bescheren (schenken):

bescheren

schenken

den Kindern wurde viel Spielzeug beschert

de kinderen kregen veel speelgoed als kerstgeschenk [o. ten geschenke]

ˈein·sche·ren V. intr. (verkeer)

einscheren

zich invoegen

ˈfort·sche·ren <scherte sich fort, hat sich fortgeschert> V. v. refl. coloq.

fortscheren

zich wegscheren

fortscheren

zich uit de voeten maken

ˈNa·gel·sche·re SUST. f

Nagelschere

nagelschaar(tje)

Pan·sche·ˈrei <Panscherei, Panschereien> [panʃəˈr͜ai ] SUST. f

1. Panscherei (im Wasser):

Panscherei

gepoedel

Panscherei

geknoei nt

2. Panscherei (von alkohol. Getränken):

Panscherei

versnijding

Panscherei

geknoei nt