alemán » neerlandés

Traducciones de „gegroet“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ge·ˈar·tet: adjetivo y adverbio
ge·ˈtrost: adjetivo y adverbio
ge·ˈgra·ben: verbo
ˈge·gen: preposición
ge·ˈge·ben: adjetivo y adverbio
ge·ˈgo·ren: verbo
ge·ˈtreu: adjetivo y adverbio

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: getrost , geartet , gegraben , getreu , gegoren , gegeben y/e gegen

ge·ˈar·tet [gəˈʔaːɐ̯tət] ADJ.

geartet (beschaffen)

van … aard

geartet (veranlagt)

van … natuur

ein besonders gearteter Fall

een speciaal geval

gut geartet sein

goed van aard zijn

ge·ˈtrost [gəˈtroːst] ADJ. (ohne weiteres)

ge·ˈgra·ben V.

gegraben part. pas. von graben¹, graben², graben³

Véase también: graben , graben , graben

ˈgra·ben³ <gräbt, grub, gegraben> [ˈgraːbn̩] V. v. refl.

das hat sich mir für immer ins Gedächtnis gegraben

dat staat voor altijd in mijn geheugen gegrift

ˈgra·ben² <gräbt, grub, gegraben> [ˈgraːbn̩] V. intr.

opgravingen doen

nach etw graben

naar iets graven

ˈgra·ben¹ <gräbt, grub, gegraben> [ˈgraːbn̩] V. trans.

1. graben:

etw aus seiner Tasche graben coloq.

iets diep uit zijn zak tevoorschijn halen

die Hände in die Taschen graben

zijn handen diep in zijn zakken steken

2. graben (gravieren):

3. graben fig. (ins Gedächtnis):

ˈge·gen [ˈgeːgn̩] PREP. +acus.

1. gegen (wider):

gegen DEP.

tegen

gegen DER.

gegen DER.

tegen … in

(à) contant

gegen jdn gewinnen

tegen [o. van] iem winnen

gegen zwölf (ungefähr)

gegen zwölf (ungefähr)

tegen twaalf uur

2. gegen (entgegen):

naar

in de richting van

gegen Westen

naar het westen

gegen Westen

in westelijke richting

3. gegen (gegenüber):

gefühllos gegen jdn

gevoelloos tegenover iem

4. gegen (verglichen mit):

in vergelijking met

(vergeleken) bij

gegen seinen Vater ist er …

in vergelijking met [o. vergeleken bij] zijn vader is hij …

5. gegen veraltet (für):

voor

meine Abneigung gegen ihn

mijn afkeer van hem

aufmerksam/freundlich/herzlich gegen jdn

attent/vriendelijk/hartelijk voor iem

gefühllos gegen Schmerzen

ongevoelig [o. gevoelloos] voor pijn

ge·ˈge·ben [gəˈgeːbn̩] ADJ.

1. gegeben (vorhanden):

im gegebenen Fall

in voorkomend geval

im gegebenen Fall

2. gegeben (geeignet):

das ist das Gegebene

dat ligt het meest voor de hand

das ist das Gegebene

dat is de beste oplossing

zu gegebener Zeit

ge·ˈgo·ren [gəˈgoːrən] V.

gegoren part. pas. von gären¹, gären²

Véase también: gären , gären

ˈgä·ren² <gor, gegoren> [ˈgɛːrən] V. trans. (fermentieren)

ˈgä·ren¹ <gor, gegoren> [ˈgɛːrən] V. intr.

gären (rumoren)

gären fig. a.

der Aufruhr gor im Volk selten

het volk was in beroering (gekomen) [o. geraakte in gisting]

der Aufruhr gärte im Volk

het volk was in beroering (gekomen) [o. geraakte in gisting]

ge·ˈtreu [gəˈtr͜ɔy ] ADJ.

1. getreu (treu):

(ge)trouw

2. getreu +dat. elev. (gemäß):

trouw (aan)

Consultar el diccionario

alemán

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski