neerlandés » alemán

be·gaan1 [bəɣan] ADJ. pred.

be·gaan2 <beging, h. begaan> [bəɣan] V. trans.

1. begaan (bedrijven):

begaan
begehen
een misslag begaan
einen Fehler begehen
een moord begaan
einen Mord verüben

be·gaan3 <beging, h. begaan> [bəɣan] V. intr. (zijn gang gaan)

Ejemplos de uso para begaan

stommiteiten begaan
Dummheiten begehen
dwaasheden begaan
Dummheiten machen
ongerechtigheden begaan
Unrecht tun
een ernstige fout begaan
einen schweren Fehler begehen
laat mij maar begaan!
lass mich nur machen!
een lage daad begaan
eine schnöde [o. gemeine] Tat begehen
een stomme streek begaan
Blödsinn anstellen
iem stil laten begaan
jdn ruhig gewähren lassen
een misslag begaan
einen Fehler begehen
een moord begaan
einen Mord verüben
een blunder begaan
einen Bock schießen
een overtreding begaan DEP.
foulen
een domheid begaan
eine Dummheit begehen
een misdaad begaan [o. plegen ]
ein Verbrechen begehen [o. verüben]
een diefstal begaan [o. plegen ]
einen Diebstahl begehen
een moord plegen [o. begaan ]
einen Mord verüben [o. begehen]
ik heb een stommiteit begaan
mir ist eine Dummheit passiert
hij is begaan met haar lot
ihr Schicksal dauert ihn

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares