neerlandés » alemán

beet·je1 <beetje|s> [becə] SUST. nt

1. beetje (hapje):

beetje
Bissen m
beetje

locuciones, giros idiomáticos:

een beetje ...
een beetje ...
etw
een beetje minder kan ook
maak het een beetje!

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski