Traducciones de „schoenlapster“ en el diccionario neerlandés » alemán

schoon·maak·ster <schoonmaakster|s> [sxomakstər] SUST. f

schoonmaakster

Putzfrau f

schoonmaakster

Rein(e)machefrau f

schoen·le·pel <schoenlepel|s> [sxunlepəl] SUST. m

schoenlepel

Schuhlöffel m

schoen·ve·ter <schoenveter|s> [sxunvetər] SUST. m

schoenveter

Schnürsenkel m

schoenveter

Senkel m

schol·ek·ster <scholekster|s> [sxɔlɛkstər] SUST. f

scholekster

Austernfischer m

schoen·ma·ker <schoenmaker|s> [sxumakər] SUST. m

schoenmaker

Schuhmacher m

schoenmaker

Schuster m

schoenmaker, blijf bij je leest! provb.

Schuster, bleib bei deinem Leisten!

school·ver·laat·ster SUST. f

schoolverlaatster forma femenina de schoolverlater

Véase también: schoolverlater

school·ver·la·ter <schoolverlater|s> [sxolvərlatər] SUST. m

schoolverlater

Schulabgänger m

schoe·ner <schoener|s> [sxunər] SUST. m

schoener

Schoner m

schoen·maat <schoen|maten> [sxumat] SUST. f

schoenmaat

Schuhgröße f

schoenmaat

Schuhnummer f

schoen·smeer [sxunsmer] SUST. nt of m geen pl.

schoensmeer

Schuhcreme f

schoensmeer

Schuhwichse f coloq.

school·dokter SUST. m

schooldokter → schoolarts

Véase también: schoolarts

school·arts <schoolarts|en> [sxolɑrts] SUST. m

schoolarts

Schularzt m

schoon·doch·ter <schoondochter|s> [sxondɔxtər] SUST. f

schoondochter

Schwiegertochter f