neerlandés » alemán

pro·jec·te·ren <projecteerde, h. geprojecteerd> [projɛkterə(n)] V. trans.

1. projecteren (bij tekening, lichtbeelden):

2. projecteren psych.:

3. projecteren (in ontwerp voorzien):

ei·ge·na·res <eigenares|sen> [ɛiɣənarɛs] SUST. f

eigenares forma femenina de eigenaar

Véase también: eigenaar

pro·jec·tie <projectie|s> [projɛksi] SUST. f

pro·jec·tiel <projectiel|en> [projɛktil] SUST. nt

1. projectiel (uit een vuurwapen afgeschoten voorwerp):

projectiel espec.

pro·ject·groep <projectgroep|en> [projɛktxrup] SUST. f

huis·ei·ge·na·res SUST. f

huiseigenares forma femenina de huiseigenaar

Véase también: huiseigenaar

huis·ei·ge·naar <huiseige|naren, huiseigenaar|s> [hœysɛiɣənar] SUST. m

pro·jec·tie·scherm <projectiescherm|en> [projɛksisxɛrm] SUST. nt

prijs·win·na·res SUST. f

prijswinnares forma femenina de prijswinnaar

Véase también: prijswinnaar

prijs·win·naar <prijswinnaar|s> [prɛiswɪnar] SUST. m

pro·jec·tor <projector|s> [projɛktɔr] SUST. m

te·ke·na·res SUST. f

tekenares forma femenina de tekenaar

Véase también: tekenaar

te·ke·naar <tekenaar|s> [tekənar] SUST. m


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski