Traducciones de „wärmeren“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

mar·me·ren [mɑrmərə(n)] ADJ.

1. marmeren (van marmer):

marmeren

marmorn

het marmeren beeld

das Marmorbild

2. marmeren fig.:

marmeren

marmorn

marmeren

steinern

char·me·ren <charmeerde, h. gecharmeerd> [ʃɑrmerə(n)] V. trans.

charmeren

bezaubern

charmeren

entzücken

daarvan ben ik niet wat je noemt gecharmeerd fig.

das finde ich nicht sehr berauschend

van iem gecharmeerd raken

jds Charme dat. erliegen

alar·me·ren <alarmeerde, h. gealarmeerd> [alɑrmerə(n)] V. trans.

alarmeren

alarmieren