neerlandés » alemán

Traducciones de „uitmaken“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

uit·ma·ken <maakte uit, h. uitgemaakt> [œytmakə(n)] V. trans.

1. uitmaken (verbreken, verloving, verhouding):

uitmaken
het met iem uitmaken

3. uitmaken (van belang zijn):

uitmaken
dat maakt niet uit coloq.

5. uitmaken (noemen):

uitmaken
iem voor leugenaar uitmaken
iem voor leugenaar uitmaken pey.

6. uitmaken (blussen):

uitmaken
uitmaken
ausmachen coloq.

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski