neerlandés » alemán

ster·re·tje <sterretje|s> [stɛrəcə] SUST. nt

1. sterretje (vuurwerk):

2. sterretje (asterisk):

Stern m

3. sterretje gesch.:

Stern m

weer·ke·ren <keerde weer, i. weergekeerd> [werkerə(n)] V. intr.

wa·ter·kers <waterkers|en> [watərkɛrs] SUST. f

ver·ke·ren <verkeerde, i. verkeerd> [vərkerə(n)] V. intr.

2. verkeren (zich bewegen (in)):

ver·ster·ker <versterker|s> [vərstɛrkər] SUST. m foto.

ste·ri·li·se·ren <steriliseerde, h. gesteriliseerd> [sterilizerə(n)] V. trans.

1. steriliseren (onvruchtbaar maken):

2. steriliseren (desinfecteren):

ste·re·o·me·trie [sterejometri] SUST. f geen pl.

sterk·stroom [stɛrkstrom] SUST. m geen pl.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski