Traducciones de „spreker“ en el diccionario neerlandés » alemán

spre·ker <spreker|s> [sprekər] SUST. m

1. spreker:

spreker (redenaar)

Redner m

spreker (woordvoerder)

Sprecher m

één van de voorgaande sprekers

einer der Vorredner

2. spreker (taal, dialect):

spreker

Sprecher m

de sprekers van dit dialect

die Sprecher dieses Dialekts

Ejemplos de uso para spreker

waarna als spreker optrad …

worauf als Sprecher auftrat …

de spreker van vanavond

der Redner des heutigen Abends

een slagvaardige spreker

ein schlagfertiger Redner

daarbij tekende spreker aan dat …

dazu bemerkte der Sprecher, dass …

een spreker bij het publiek inleiden

einen Redner dem Publikum vorstellen

zich bij de vorige spreker aansluiten

sich dem Vorredner anschließen

de spreker handelde eerst de bezwaren af

der Redner behandelte zuerst die Einwände

de spreker had nog iets toe te voegen

der Redner hatte noch etw nachzutragen