neerlandés » alemán

Traducciones de „krediet“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

kre·diet <krediet|en> [krədit] SUST. nt

1. krediet (vertrouwen in het betaalvermogen):

krediet
Kredit m
onbepaald krediet
unbegrenzte(r) Kredit m
zijn krediet kwijt zijn
seine Kreditwürdigkeit verloren haben

2. krediet (uitstel van betaling):

krediet
Kredit m
krediet
Zahlungsaufschub m
een auto op krediet kopen
einen Wagen finanzieren

3. krediet (vertrouwen dat iem inboezemt):

krediet
Vertrauen nt
krediet
Ansehen nt
veel krediet hebben
viel Vertrauen genießen

Ejemplos de uso para krediet

krediet verlenen
Kredit einräumen
onbepaald krediet
unbegrenzte(r) Kredit m
persoonlijk krediet
persönliche(s) Darlehen nt
een koop op krediet
ein Kreditkauf
zijn krediet kwijt zijn
seine Kreditwürdigkeit verloren haben
iem een krediet openen
jdm einen Kredit einräumen
het consumptief krediet
der Konsumkredit
veel krediet hebben
viel Vertrauen genießen
een contant krediet
ein Barkredit
een kortlopend krediet
ein kurzfristiger Kredit
het documentair krediet
der Dokumentenkredit
het doorlopend krediet
der Kontokorrentkredit
verlening van krediet
Kreditgewährung f
een auto op krediet kopen
einen Wagen finanzieren
iem krediet geven/verlenen/verstrekken/toestaan
jdm Kredit geben/verleihen/bewilligen/gewähren

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares