Traducciones de „kleiner“ en el diccionario alemán » neerlandés

verkleinern

kleiner worden

verkleinern FOTO, INFORM.

kleiner maken

um die Hälfte kleiner

de helft kleiner

verkleinern

kleiner gaan wonen

abblenden

het diafragma kleiner maken

Traducciones de „kleiner“ en el diccionario neerlandés » alemán

kleiner gaan wonen

in eine kleinere Wohnung ziehen

een slag groter/kleiner

eine Nummer größer/kleiner

iem een kopje kleiner maken

jdn (um) einen Kopf kleiner machen coloq.

iem een kop(je) kleiner maken

jdn (um) einen Kopf kürzer [o. kleiner] machen

de veestapel werd op kleiner tal gebracht

der Viehbestand wurde verkleinert