neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: felheid , eenheid , netheid , gekheid , dorheid , barheid , bereid y/e geheid

dor·heid <dor|heden> [dɔrhɛɪt] SUST. f

gek·heid <gek|heden> [ɣɛkhɛit] SUST. f

1. gekheid (onverstand):

3. gekheid (dwaasheid):

Blödsinn m coloq.

4. gekheid (bespottelijk iets):

Unsinn m
Flause f meist pl.

net·heid <net|heden> [nɛthɛɪt] SUST. f

2. netheid (fatsoen):

een·heid <een|heden> [enhɛit] SUST. f

2. eenheid (maat, hoeveelheid, grootheid):

3. eenheid (onderdeel dat een afgerond geheel vormt):

fel·heid [fɛlhɛɪt] SUST. f geen pl.

2. felheid (vurigheid):

ge·heid2 [ɣəhɛit] ADV. (zeker)

be·reid [bərɛit] ADJ.

2. bereid (gereedgemaakt):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski