Traducciones de „besmet“ en el diccionario neerlandés » alemán

be·smet [bəsmɛt] ADJ.

1. besmet:

besmet (ziektekiemen dragend: personen)

angesteckt

besmet (ziektekiemen dragend: water, lucht, aarde)

verseucht

besmet (ziektekiemen dragend: wonden)

infiziert

2. besmet (bevuild):

besmet

verunreinigt

besmet

verschmutzt

Ejemplos de uso para besmet

wie met pek omgaat, wordt ermee besmet provb.

wer Pech anfasst, besudelt sich