Traducciones de „böswilliges“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

in·wil·li·gen <willigde in, h. ingewilligd> [ɪnwɪləɣə(n)] V. trans.

inwilligen

bewilligen

inwilligen

genehmigen

on·wil·lig <onwillige, onwilliger, onwilligst> [ɔnwɪləx] ADJ.

onwillig

widerwillig

onwillig

unwillig

onwillig (weerspannig)

widerspenstig

vrij·wil·li·ger <vrijwilliger|s> [vrɛiwɪləɣər] SUST. m

vrijwilliger

Freiwillige(r) m

als vrijwilliger dienstdoen

als Freiwilliger arbeiten

als vrijwilliger dienstdoen (als onbezoldigde medewerker)

als Ehrenamtlicher arbeiten

on·wil·lig·heid SUST. f

onwilligheid → onwil

Véase también: onwil

on·wil [ɔnwɪl] SUST. m geen pl.

onwil

Nichtwollen nt

onwil (weerspannigheid)

Widerspenstigkeit f

onwil (weerspannigheid)

Widerwilligkeit f

moed·wil·lig·heid SUST. f

moedwilligheid → moedwil

Véase también: moedwil

moed·wil [mutwɪl] SUST. m geen pl.

moedwil

Mutwille m

met [o. uit ] moedwil

mutwillig

werk·wil·li·ge <werkwillige|n> [wɛrkwɪləɣə] SUST. m en f

werkwillige

Arbeitswillige(r) f(m)

ge·wil·lig <gewillige, gewilliger, gewilligst> [ɣəwɪləx] ADJ.

1. gewillig (bereidwillig):

gewillig

willig

gewillig

folgsam

hij ging gewillig mee

er ging willig mit

een gewillig kind

ein folgsames Kind

2. gewillig (niet afgedwongen):

gewillig

freiwillig

een gewillige toestemming

eine bereitwillig erteilte Erlaubnis

moed·wil·lig <moedwillige, moedwilliger, moedwilligst> [mutwɪləx] ADJ.

moedwillig

mutwillig

stil·lig·gen <lag stil, h. stilgelegen> [stɪlɪɣə(n)] V. intr.

1. stilliggen (rustig liggen):

stilliggen

still liegen

2. stilliggen (blijven liggen, uit de vaart zijn):

stilliggen

≈ nicht in Betrieb sein

de tankers liggen daar twee dagen stil

die Tanker bleiben dort zwei Tage lang liegen

3. stilliggen (niet functioneren):

stilliggen

stillliegen

stilliggen

ruhen