Traducciones de „slechter“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Ge·ˈläch·ter <Gelächters, Gelächter> [gəˈlɛçtɐ] SUST. nt meist sing.

1. Gelächter:

Gelächter

gelach nt

in (ein) Gelächter ausbrechen

in gelach uitbarsten

schallendes Gelächter

geschater

2. Gelächter veraltet elev.:

Gelächter

voorwerp nt van spot

ˈArm·leuch·ter SUST. m

1. Armleuchter (mehrarmiger Leuchter):

Armleuchter

armluchter

2. Armleuchter coloq. (Dummkopf):

Armleuchter

sufferd

3. Armleuchter coloq. pey. (gemeiner Mensch):

Armleuchter

(kloot)zak

ˈFrach·ter <Frachters, Frachter> [ˈfraxtɐ] SUST. m

Frachter

vrachtboot

Frachter

vrachtschip nt

ˈLeuch·ter <Leuchters, Leuchter> [-tɐ] SUST. m

1. Leuchter:

Leuchter

luchter

Leuchter

luster

Leuchter

lichtkroon

Leuchter

lamp

2. Leuchter:

Leuchter

kandelaar

ˈTrich·ter <Trichters, Trichter> [ˈtrɪçtɐ] SUST. m

Trichter (Explosionskrater, Einfülltrichter)

trechter

Trichter MÚS. (von einer Trompete)

beker

auf den (richtigen) Trichter kommen coloq.

het doorhebben [o. snappen]

jdn auf den (richtigen) Trichter bringen coloq.

iem op weg helpen

jdn auf den (richtigen) Trichter bringen coloq.

iem op het (goede) spoor zetten [o. brengen]

jdm etw mit dem Nürnberger Trichter beibringen [o. einpauken] hum.

iem iets op de meest eenvoudige manier/met de grootste moeite bijbrengen

Ver·ˈfech·ter(in) <Verfechters, Verfechter> [-tɐ] SUST. m(f)

Verfechter(in)

voorstander(voorstandster) m (f)

Verfechter(in)

pleitbezorger(pleitbezorgster) m (f)

Verfechter(in)

voorvechter(voorvechtster) m (f)

ˈSchlach·ter(in) <Schlachters, Schlachter> [ˈʃlaxtɐ] SUST. m(f)

1. Schlachter (im Schlachthof):

Schlachter(in)

slachter m en f

2. Schlachter al. norte (im Fleischerladen):

Schlachter(in)

slager m en f

ˈSchlich·ter(in) <Schlichters, Schlichter> [ˈʃlɪçtɐ] SUST. m(f)

Schlichter(in)

bemiddelaar(bemiddelaarster) m (f)

Schlichter(in)

arbiter(vrouwelijke arbiter) m (f)

ˈKorb·flech·ter SUST. m

Korbflechter

mandenmaker

Korbflechter

mandenvlechter

ˈKron·leuch·ter SUST. m

Kronleuchter

kroonluchter

Kronleuchter

kroonkandelaar

Kronleuchter

lichtkroon

plötzlich ging mir ein Kronleuchter auf hum.

plotseling ging me een licht op