Traducciones de „amenderen“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

la·men·ˈtie·ren [lamɛnˈtiːrən] V. intr. elev.

lamentieren

lamenteren

lamentieren

jammeren

lamentieren

kermen

ˈspen·die·ren [ʃpɛndiːrən] V. trans. coloq.

spendieren

trakteren (op)

spendieren

schenken

spendieren

geven

spendieren

cadeau doen

Bier für die Mannschaft spendieren

het team op bier trakteren

ten·ˈdie·ren [tɛnˈdiːrən] V. intr. elev.

tendieren (hinneigen)

neigen

tendieren (sich entwickeln)

tenderen

tendieren (sich entwickeln)

(de) neiging [o. tendens] (ver)tonen

die Entwicklung tendiert nach oben/unten

de ontwikkeling vertoont een opwaartse/neerwaartse tendens

die Entwicklung tendiert nach oben/unten

de ontwikkeling gaat in opgaande/neergaande richting

die Aktien tendierten schwächer/uneinheitlich

de aandelen waren zwakker/verdeeld gestemd

diese Farbe tendiert zum Orange

deze kleur zweemt naar (het) oranje

de·men·ˈtie·ren [demɛnˈtiːrən] V. trans.

1. dementieren:

dementieren

dementeren

dementieren

ontkennen

dementieren

loochenen

2. dementieren:

dementieren

rectificeren

dementieren

herroepen

pro·me·ˈnie·ren [proməˈniːrən] V. intr.

1. promenieren elev.:

promenieren

promeneren

promenieren

wandelen

2. promenieren elev.:

promenieren

flaneren

ze·men·ˈtie·ren [ ͜tsemɛnˈtiːrən] V. trans.

1. zementieren a. fig.:

zementieren

cementeren

2. zementieren (von Metall):

zementieren

carboneren

in·ten·ˈdie·ren [ɪntɛnˈdiːrən] V. trans. elev.

intendieren

intenderen

intendieren

beogen

intendieren

bedoelen

or·na·men·ˈtie·ren [-ˈtiːrən] V. trans. ARTE

ornamentieren

ornamenteren

ornamentieren

van ornamenten voorzien

ornamentieren

met ornamenten versieren

kom·men·ˈtie·ren [kɔmɛnˈtiːrən] V. trans.

1. kommentieren (erläutern):

kommentieren

(be)commentariëren

kommentieren

commenteren

kommentieren

van een commentaar voorzien

kommentieren

annoteren

eine kommentierte Faustausgabe

een gecommentarieerde [o. geannoteerde] uitgave van Faust

2. kommentieren coloq. (Stellung nehmen):

kommentieren

commentaar [o. uitleg] geven

sus·pen·ˈdie·ren [zʊspɛnˈdiːrən] V. trans.

1. suspendieren a. QUÍM.:

suspendieren

suspenderen

suspendieren

schorsen

jdn des Amtes suspendieren

iem in zijn ambt schorsen

2. suspendieren:

suspendieren

ontheffen

suspendieren

vrijstellen

3. suspendieren:

suspendieren

opschorten

do·ku·men·ˈtie·ren¹ [-ˈtiːrən] V. trans.

1. dokumentieren:

dokumentieren

tonen

dokumentieren

laten blijken

2. dokumentieren:

dokumentieren

documenteren

dokumentieren

met documenten bewijzen [o. aantonen]

ˈSa·men·spen·der SUST. m

Samenspender

spermadonor

Samenspender

zaaddonor

ˈSen·de·rei·he SUST. f

Sendereihe

serie [o. reeks] uitzendingen

Sendereihe

programma nt

mo·de·ˈrie·ren [modeˈriːrən] V. trans.

moderieren RADIO, TV

presenteren

men·stru·ˈie·ren [mɛnstruˈiːrən] V. intr.

menstruieren

menstrueren

menstruieren

ongesteld zijn

kon·den·ˈsie·ren¹ [kɔndɛnˈziːrən] V. intr.

kondensieren

condenseren