Traducciones de „machteloos“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

mach·te·loos <machteloze, machtelozer, machteloost> [mɑxtəlos] ADJ.

1. machteloos (zonder macht):

machteloos

machtlos

machteloos

ohnmächtig

tegenover iem/iets machteloos staan

machtlos gegenüber jdm/etw sein

machteloze woede

ohnmächtige Wut

2. machteloos (krachteloos):

machteloos

kraftlos

Ejemplos de uso para machteloos

machteloos staan

machtlos sein

machteloos tegenover iets staan

einer Sache dat. machtlos gegenüberstehen

als eenling ben je machteloos

als Einzelner ist man machtlos

tegenover iem/iets machteloos staan

machtlos gegenüber jdm/etw sein