Traducciones de „blijdschap“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

blijd·schap [blɛitsxɑp] SUST. f geen pl.

blijdschap

Freude f

met blijdschap iem begroeten

voller Freude jdn begrüßen

haar hart klopte van blijdschap

ihr Herz klopfte vor Freude

Ejemplos de uso para blijdschap

met blijdschap iem begroeten

voller Freude jdn begrüßen

een roes van blijdschap

ein Freudentaumel

opgetogen van blijdschap

entzückt vor Freude

glunderen van blijdschap

vor Freude dat. strahlen

haar hart klopte van blijdschap

ihr Herz klopfte vor Freude

zijn gezicht glansde van blijdschap fig.

er strahlte vor Freude

zijn oogjes glommen van blijdschap

seine Augen leuchteten [o. glänzten] vor Freude

zij gaf een gil van blijdschap

sie stieß einen Freudenschrei aus