Traducciones de „voetbalspeelster“ en el diccionario neerlandés » alemán

voet·bal·ster SUST. f

voetbalster forma femenina de voetballer

Véase también: voetballer

voet·bal·ler <voetballer|s> [vudbɑlər] SUST. m

voetballer

Fußballer m

voetballer

Fußballspieler m

to·neel·speel·ster SUST. f

toneelspeelster forma femenina de toneelspeler

Véase también: toneelspeler

to·neel·spe·ler <toneelspeler|s> [tonelspelər] SUST. m

1. toneelspeler (acteur):

toneelspeler

Schauspieler m

2. toneelspeler (aansteller):

toneelspeler

Komödiant m

toneelspeler

Schauspieler m

vi·ool·speel·ster SUST. f

vioolspeelster forma femenina de violist

Véase también: violist

vi·o·list <violist|en> [vijolɪst] SUST. m

violist

Geiger m

hoofd·rol·speel·ster <hoofdrolspeelster|s> [hoftrɔlspelstər] SUST. f

hoofdrolspeelster forma femenina de hoofdrolspeler

Véase también: hoofdrolspeler

hoofd·rol·spe·ler <hoofdrolspeler|s> [hoftrɔlspelər] SUST. m

hoofdrolspeler

Hauptdarsteller m

hoofdrolspeler fig.

Hauptfigur f

voet·bal·ler <voetballer|s> [vudbɑlər] SUST. m

voetballer

Fußballer m

voetballer

Fußballspieler m

voet·bal·elf·tal <voetbalelftal|len> [vudbɑlɛlftɑl] SUST. nt

voetbalelftal

Fußballmannschaft f

wis·sel·speel·ster <wisselspeelster|s> SUST. f

wisselspeelster forma femenina de wisselspeler

Véase también: wisselspeler

wis·sel·spe·ler <wisselspeler|s> [wɪsəlspelər] SUST. m

wisselspeler

Ersatzspieler m

wisselspeler

Reservespieler m

me·de·speel·ster SUST. f

medespeelster forma femenina de medespeler

Véase también: medespeler

me·de·spe·ler <medespeler|s> [medəspelər] SUST. m

medespeler

Mitspieler m

te·gen·speel·ster <tegenspeelster|s> [teɣə(n)spelstər] SUST. f

tegenspeelster forma femenina de tegenspeler

Véase también: tegenspeler

te·gen·spe·ler <tegenspeler|s> [teɣə(n)spelər] SUST. m

tegenspeler

Gegenspieler m

hoc·key·speel·ster SUST. f

hockeyspeelster forma femenina de hockeyer

Véase también: hockeyer

hoc·key·er <hockeyer|s> [hɔkijər] SUST. m

hockeyer

Hockeyspieler m

voor·hoe·de·speel·ster SUST. f

voorhoedespeelster forma femenina de voorhoedespeler

Véase también: voorhoedespeler

voor·hoe·de·spe·ler <voorhoedespeler|s> [vorhudəspelər] SUST. m

voorhoedespeler

Stürmer m

voet·bal·len <voetbalde, h. gevoetbald> [vudbɑlə(n)] V. intr.

voetballen

Fußball spielen

voet·bal·veld <voetbalveld|en> [vudbɑlvɛlt] SUST. nt

voetbalveld

Fußballfeld nt

speel·ster SUST. f

speelster forma femenina de speler

Véase también: speler

spe·ler <speler|s> [spelər] SUST. m

1. speler (sportbeoefenaar):

speler

Spieler m

speler

Akteur m form.

2. speler (acteur, actrice):

speler

Schauspieler m

speler

Akteur m form.

3. speler (gezelschapsspel):

speler

Spieler m

speler

Mitspieler m

4. speler (gokker):

speler

Spieler m

speler

Glücksspieler m

5. speler (muzikant):

speler

Musikant m

prof·speel·ster SUST. f

profspeelster forma femenina de profspeler

Véase también: profspeler

prof·spe·ler <profspeler|s> [prɔfspelər] SUST. m

profspeler

Profispieler m

profspeler

Profi m

mi·me·speel·ster SUST. f

mimespeelster forma femenina de mimespeler

Véase también: mimespeler

mime·spe·ler [mimspelər]

mimespeler [[o. miməspelər]] mimespeler|s SUST. m:

mimespeler

Pantomime m

be·roeps·speel·ster SUST. f

beroepsspeelster forma femenina de beroepsspeler

Véase también: beroepsspeler

be·roeps·spe·ler <beroepsspeler|s> [bərupspelər] SUST. m

beroepsspeler

Berufsspieler m

beroepsspeler

Berufssportler m

beroepsspeler

Profi m