neerlandés » alemán

ver·ke·ren <verkeerde, i. verkeerd> [vərkerə(n)] V. intr.

2. verkeren (zich bewegen (in)):

ver·ket·te·ren <verketterde, h. verketterd> [vərkɛtərə(n)] V. trans.

ver·keers·bord <verkeersbord|en> [vərkerzbɔrt] SUST. nt

ver·keers·lei·der <verkeersleider|s> [vərkerslɛidər] SUST. m

ver·keers·mid·del <verkeersmiddel|en> [vərkersmɪdəl] SUST. nt

ver·ken·ner <verkenner|s> [vərkɛnər] SUST. m

1. verkenner (iem die op verkenning uitgaat):

2. verkenner (padvinder):

Pfadfinder m

ver·ke·ring <verkering|en> [vərkerɪŋ] SUST. f

ver·keers·plein <verkeersplein|en> [vərkersplɛin] SUST. nt

ver·keers·re·gel <verkeersregel|s> [vərkersreɣəl] SUST. m

ver·keers·to·ren <verkeerstoren|s> [vərkerstorə(n)] SUST. m luchtv.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski