Traducciones de „streng“ en el diccionario neerlandés » alemán

streng¹ <streng|en> [strɛŋ] SUST. f

1. streng (bundel draden) ook med.:

streng

Strang m

een streng breiwol

ein Strang Strickwolle

2. streng (bundel haar):

streng

Strähne f

3. streng (touw):

streng

Strang m

streng

Kordel f

4. streng (rijgsel):

streng

Schnur f

een streng parels

eine Perlenschnur

streng² <strenge, strenger, strengst> [strɛŋ] ADJ.

1. streng (het weer):

streng

streng

een strenge winter

ein strenger Winter

2. streng:

streng (strak, hard)

streng

streng (niet toegeeflijk)

scharf

streng (niet toegeeflijk)

stramm

streng (zonder medelijden)

hart

dat is ten strengste verboden

das ist aufs Strengste verboten

streng optreden

hart durchgreifen

streng orthodox

streng orthodox

streng straffen

hart [o. streng] bestrafen

streng verboden toegang

Zutritt strengstens verboten

een streng vonnis

ein hartes Urteil

streng in de leer zijn

strenggläubig sein

3. streng:

streng (zorgvuldig, nauwgezet)

streng

streng (strak georganiseerd)

straff

een streng bewind voeren

ein straffes Regiment führen

Ejemplos de uso para streng

streng optreden

streng vorgehen

streng orthodox

streng orthodox

streng straffen

hart [o. streng] bestrafen

een streng garen ontwarren

einen Strang Garn entwirren

een streng regime hebben

ein strenges Regiment führen

een streng bewind voeren

ein straffes Regiment führen

een streng breiwol

ein Strang Strickwolle

een streng parels

eine Perlenschnur

streng verboden toegang

Zutritt strengstens verboten

een streng vonnis

ein hartes Urteil

streng in de leer zijn

strenggläubig sein

ergens streng de hand aan houden

etw sehr genau beachten