Traducciones de „slaapster“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

slaap·ka·mer <slaapkamer|s> [slapkamər] SUST. f (vertrek, ameublement)

slaapkamer

Schlafzimmer nt

lang·slaap·ster SUST. f

langslaapster forma femenina de langslaper

Véase también: langslaper

lang·sla·per <langslaper|s> [lɑŋslapər] SUST. m

langslaper

Langschläfer m

slaafs·heid [slafshɛɪt] SUST. f geen pl.

slaafsheid

(sklavische) Unterwürfigkeit f

slaafsheid

Servilität f form.

slaap·ver·trek <slaapvertrek|ken> [slapfərtrɛk] SUST. nt

slaapvertrek

Schlafraum m

slag·werk·ster SUST. f

slagwerkster forma femenina de slagwerker

Véase también: slagwerker

slag·wer·ker <slagwerker|s> [slɑxwɛrkər] SUST. m

slagwerker

Schlagzeuger m

slaap·kop <slaapkop|pen> [slapkɔp] SUST. m

slaapkop

Schlafmütze f

slaap·zak <slaapzak|ken> [slapsɑk] SUST. m

slaapzak

Schlafsack m

slaap·bank <slaapbank|en> [slabɑŋk] SUST. f

1. slaapbank (bedbank):

slaapbank

Bettcouch f

slaapbank

Schlafcouch f

2. slaapbank (rustbank):

slaapbank

Liege f

slaap·zaal <slaap|zalen> [slapsal] SUST. f

slaapzaal

Schlafsaal m