Traducciones de „reisgenote“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

reis·ge·noot <reisge|noten> [rɛisxənot] SUST. m

reisgenoot

Reisegefährte m

huis·ge·no·te <huisgenote|s, huisgenote|n> [hœysxənotə] SUST. f

huisgenote forma femenina de huisgenoot

Véase también: huisgenoot

huis·ge·noot <huisge|noten> [hœysxənot] SUST. m

huisgenoot

Hausgenosse m

klas·ge·no·te <klasgenote|s, klasgenote|n> [klɑsxənotə] SUST. f

klasgenote forma femenina de klasgenoot

Véase también: klasgenoot

klas·ge·noot <klasge|noten> [klɑsxənot] SUST. m

klasgenoot

Klassenkamerad m

deel·ge·no·te SUST. f

deelgenote forma femenina de deelgenoot

Véase también: deelgenoot

deel·ge·noot <deel|genoten> [delɣənot] SUST. m

1. deelgenoot:

deelgenoot (iem die met een ander iets deelt: geheim)

Mitwisser m

deelgenoot (iem die met een ander iets deelt: ongeluk)

Schicksalsgenosse m

iem deelgenoot maken van een geheim

jdm ein Geheimnis anvertrauen

iem deelgenoot van zijn vreugde maken

jdn an seiner Freude teilnehmen lassen

2. deelgenoot (compagnon):

deelgenoot

Kompagnon m

deelgenoot

Partner m