Traducciones de „meespreken“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

mee·spre·ken <sprak mee, h. meegesproken> [mesprekə(n)] V. intr.

1. meespreken (deelnemen aan een gesprek):

meespreken

mitreden

daar kan ik van meespreken fig. coloq.

davon kann ich (auch) ein Liedchen singen

2. meespreken (meebeslissen):

meespreken

mitreden

meespreken

mitsprechen

een woordje meespreken

ein Wörtchen mitreden

3. meespreken (van belang zijn):

meespreken

mitsprechen

meespreken

mitwirken

Ejemplos de uso para meespreken

een woordje meespreken

ein Wörtchen mitreden coloq.

daar kan ik van meespreken fig. coloq.

davon kann ich (auch) ein Liedchen singen