Traducciones de „knal“ en el diccionario neerlandés » alemán

knal¹ <knal|len> [knɑl] SUST. m

knal (geluid)

Knall m

knal (slag)

Schlag m

een knal op het doel geven DEP.

den Ball ins Tor knallen

iem een knal verkopen

jdm eine knallen [o. ballern]

knal² [knɑl] ADJ.

1. knal (geweldig, reuze):

knal

spitze

knal

toll

knal

klasse

2. knal:

knal ((van kleuren) fel)

knallig

knal (in samenstellingen)

knall-

knal (in samenstellingen)

Knall-

Ejemplos de uso para knal

iem een knal verkopen

jdm eine knallen [o. ballern]

een knal op het doel geven DEP.

den Ball ins Tor knallen