Traducciones de „jeugdiger“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

jeug·dig <jeugdige, jeugdiger, jeugdigst> [jøɣdəx] ADJ.

1. jeugdig (jong):

jeugdig

jugendlich

niet geschikt voor jeugdige kijkers

nicht für jugendliche Zuschauer geeignet

op jeugdige leeftijd

in jugendlichem Alter

op jeugdige leeftijd

im Jugendalter

jeugdige personen

Jugendliche pl.

2. jeugdig (eigenschappen van de jeugd vertonend):

jeugdig

jugendlich

jeugdige dwaasheden

Jugendtorheiten pl.

jeugdige dwaasheden

Jugendstreiche pl.

met jeugdige overmoed

mit jugendlichem Übermut

jeugdig van hart blijven

sich dat. ein jugendliches Herz bewahren

3. jeugdig (nog niet lang bestaand):

jeugdig

jung

een jeugdige instelling

eine jugendliche Einstellung

jeug·dig·heid <jeugdig|heden> [jøɣdəxhɛɪt] SUST. f

jeugdigheid

Jugendlichkeit f

jeugd·lei·der <jeugdleider|s> [jøxtlɛɪdər] SUST. m

jeugdleider

Jugendgruppenleiter m

jeugdleider

Jugendleiter m

jeugd·werk <jeugdwerk|en> [jøxtwɛrk] SUST. nt

1. jeugdwerk (uit de jeugd daterend werk):

jeugdwerk

Jugendwerk nt

jeugdwerk

Frühwerk nt

2. jeugdwerk (vormings- en cultureel werk):

jeugdwerk

Jugendarbeit f

jeugd·leid·ster SUST. f

jeugdleidster forma femenina de jeugdleider

Véase también: jeugdleider

jeugd·lei·der <jeugdleider|s> [jøxtlɛɪdər] SUST. m

jeugdleider

Jugendgruppenleiter m

jeugdleider

Jugendleiter m

jeugd·ja·ren [jøxtjarə(n)] SUST. pl.

jeugdjaren

Jugendjahre pl.

jeugdjaren

Jugendzeit f

jeugd·rech·ter <jeugdrechter|s> [jøxtrɛxtər] SUST. m bel.

jeugdrechter

Jugendrichter m

jeugd·her·berg <jeugdherberg|en> [jøxthɛrbɛrx] SUST. f

jeugdherberg

Jugendherberge f

de moeder/de vader van een jeugdherberg

die Herbergsmutter/der Herbergsvater

jeugd·loon <jeugd|lonen> [jøxtlon] SUST. nt

jeugdloon

Lohn m für jugendliche Arbeitnehmer

jeugd·blad <jeugdblad|en> [jøxtblɑt] SUST. nt

jeugdblad

Jugendzeitschrift f

jeugdblad

Jugendmagazin nt