neerlandés » alemán

Traducciones de „jüngste“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

jun·gle: sustantivo
ju·ris·te: sustantivo
jun·ta: sustantivo
jun·kie: sustantivo
ju·te: sustantivo
bus·te: sustantivo
oud·ste: sustantivo
juist: adjetivo y adverbio
ju·rist: sustantivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: juriste , jungle , jurist , juist , oudste , buste , jute , junkie y/e junta

jun·gle <jungle|s> [dʒʏŋɡəl] SUST. f

1. jungle (wildernis):

2. jungle fig.:

Dickicht nt

in de jungle van de grote stad

im Großstadtdschungel

in de jungle van de paragrafen blijven steken

sich im Gestrüpp der Paragrafen verfangen

ju·ris·te <juriste|s, juriste|n> [jyrɪstə] SUST. f

juriste forma femenina de jurist

Véase también: jurist

ju·rist <jurist|en> [jyrɪst] SUST. m

Jurist m

jun·ta <junta|'s> [xunta] SUST. f (regering)

Junta f

jun·kie <junkie|s> [dʒʏŋki] SUST. m

Junkie m

Rauschgiftsüchtige(r) m

ju·te¹ [jytə] SUST. f geen pl.

jute

Jute f

jute (grof)

Rupfen m

bus·te <buste|s, buste|n> [bystə] SUST. f

1. buste (boezem):

Busen m

Büste f

zij heeft een mooie buste

sie hat eine gut geformte Büste

2. buste (borstbeeld; paspop):

Büste f

een gipsen buste

eine Gipsbüste

oud·ste <oudste|n> [ɑutstə] SUST. m

1. oudste (eerstgeborene):

Älteste(r) m

de oudsten moeten de wijsten zijn

der Ältere sollte nachgeben

2. oudste (iem met de hoogste ouderdom in rang):

Rangälteste(r) m

Älteste(r) m

3. oudste (leider):

Älteste(r) m

juist¹ <juiste, juister, meest juist> [jœyst] ADJ.

1. juist:

juist (waar, gegrond)

juist (oordeel, uiting)

juist (uiting, constatering)

een logisch juiste conclusie

ein folgerichtiger Schluss

het bedrag is juist

der Betrag stimmt

een juiste opmerking

eine treffende Bemerkung

een juiste voorstelling van zaken

eine richtige Darstellung

2. juist:

juist (adequaat, geschikt)

juist (goed voor een bepaald doel)

rechte(r, s)

iets weer in de juiste banen leiden

etw wieder ins richtige Gleis bringen

het juiste bedrag overmaken

den richtigen Betrag überweisen

de juiste man op de juiste plaats

der rechte Mann am rechten Ort

op het juiste moment

im richtigen Moment

de juiste woorden weten te vinden

die richtigen Worte finden können

3. juist (correct):

recht

juist handelen

richtig handeln

de balk in de juiste stand brengen

den Balken ausrichten

4. juist (gerechtvaardigd, billijk):

een juiste beloning

eine gerechte Belohnung

juist oordelen

gerecht urteilen

ju·rist <jurist|en> [jyrɪst] SUST. m

Jurist m

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski