neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: menseneter , gespleten , gespeten , gesmeten , gesleten , miereneter , dovenetel , wegnemen , geselen y/e geselroede

ge·sle·ten V.

gesleten volt. deelw. van slijten

Véase también: slijten , slijten

slij·ten2 <sleet, h./i. gesleten> [slɛitə(n)] V. intr.

1. slijten (minder worden in massa, sterkte of bruikbaarheid):

ge·spe·ten V.

gespeten volt. deelw. van spijten

Véase también: spijten

spij·ten <speet, h. gespeten> [spɛitə(n)] V. intr.

ge·sple·ten1 [ɣəspletə(n)] ADJ.

1. gespleten (een spleet hebbend):

2. gespleten psych.:

3. gespleten (bladeren):

men·sen·eter <menseneter|s> [mɛnsə(n)etər] SUST. m

ge·sel·roe·de <geselroede|n> [ɣesəlrudə] SUST. f

1. geselroede (tuchtroede):

Rute f

2. geselroede fig.:

ge·se·len <geselde, h. gegeseld> [ɣesələ(n)] V. trans.

weg·ne·men <nam weg, h. weggenomen> [wɛxnemə(n)] V. trans.

do·ve·ne·tel <dovenetel|s> [dovənetəl] SUST. f

mie·ren·eter <miereneter|s> [mirə(n)etər] SUST. m


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski