neerlandés » alemán

Traducciones de „festgesetzten“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

fes·ton·ne·ren: verbo
vast·ges·pen: verbo
uit·ge·slo·ten: adjetivo y adverbio
ge·sto·ten: verbo
last·geef·ster: sustantivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: lastgeefster , gestoten , uitgesloten , vastgespen y/e festonneren

fes·ton·ne·ren <festonneerde, h. gefestonneerd> [fɛstɔnerə(n)] V. trans.

festonneren

festonneren

mit Zierstichen versehen

gefestonneerde mouwen

festonierte Ärmel

vast·ges·pen <gespte vast, h. vastgegespt> [vɑstxɛspə(n)] V. trans.

uit·ge·slo·ten [œytxəslotə(n)] ADJ.

uitgesloten

ge·sto·ten V.

gestoten volt. deelw. van stoten¹, stoten², stoten³

Véase también: stoten , stoten , stoten

sto·ten³ <stootte/stiet zich, h. zich gestoten> [stotə(n)] V. wk ww zich stoten

1. stoten (botsen):

zich aan de tafel stoten

sich am Tisch stoßen

2. stoten (zich ergeren):

zich aan iems gedrag stoten

sich an jds Benehmen stoßen

sto·ten² <stootte/stiet, h. gestoten> [stotə(n)] V. trans.

1. stoten (duwen):

2. stoten (door botsen bezeren):

iem voor het hoofd stoten fig.

jdn vor den Kopf stoßen

3. stoten (stampen):

sto·ten¹ <stootte/stiet, h./i. gestoten> [stotə(n)] V. intr.

1. stoten (horten: wagens e.d.):

op die weg stoot het erg

auf dieser Straße wird man durchgerüttelt

2. stoten (aanstoot geven):

anstößig sein

die uitdrukkingen stoten

diese Ausdrücke sind anstößig

die uitdrukkingen stoten

diese Ausdrücke erregen Anstoß

3. stoten (botsen):

op de vijand stoten

auf den Feind stoßen

op/tegen iets stoten

an/gegen etw acus. stoßen

last·geef·ster SUST. f

lastgeefster forma femenina de lastgever

Véase también: lastgever

last·ge·ver <lastgever|s> [lɑstxevər] SUST. m

1. lastgever (opdrachtgever):

lastgever econ.

2. lastgever jur.:

Mandant m

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski